Om de gevolgen van torenhoge energiekosten op te vangen, zoeken veel huurders en huiseigenaren naar alternatieve verwarmingssystemen. Infraroodverwarming is goedkoop in aanschaf – maar is het de moeite waard om te kopen?
Energiekosten blijven stijgen: Eind 2021 meldden de kranten dat sommige nutsbedrijven hun prijzen met meer dan 100 procent zouden verhogen, in 2022 volgden verdere stijgingen. En er is nog steeds geen einde aan de prijsspiraal in zicht. Dus wat te doen als u de forse bijbetaling in de toekomst wilt vermijden?
Een optie zou zijn om de kamers te verwarmen met een alternatieve verwarmingsmethode. In plaats van te bevriezen in koelcellen of zelfs maar na te denken over vervanging van het verwarmingssysteem, zijn goedkope verwarmingsalternatieven een optie.
Infraroodverwarming is verkrijgbaar in bouwmarkten of online voor minder dan 100 euro. Dat de apparaten geen onderhoudskosten met zich meebrengen en een zeer lange levensduur hebben spreekt ook voor hen. Ook de installatie is kinderspel: aan de muur hangen, insteken, klaar. Sommige apparaten kunnen ook onder het plafond worden gemonteerd. En er is geen brandgevaar. Want in tegenstelling tot radiatoren zend een infrarood paneel straling uit die objecten of de huid zelf verwarmt. Ook de lucht in de ruimte die in contact komt met de verwarmde objecten warmt op. Een bijzonder groot voordeel: het gaat allemaal heel snel, dus je hoeft niet lang te wachten op de behaaglijke warmte.
Grootte van de kamer en infraroodverwarming
Omdat de apparaten met verschillende wattages worden aangeboden, moet eerst de grootte van de te verwarmen ruimte worden berekend. Als vuistregel is tussen de 60 en 100 watt per vierkante meter ruimte nodig. Als een badkamer van 15 vierkante meter moet worden verwarmd, is een apparaat met minimaal 900 watt nodig, maar 1500 watt zou beter zijn. Maar ook meerdere radiatoren met een lager vermogen zijn denkbaar.
Maar hoe goedkoop de apparaten ook zijn om te kopen, ze hebben enkele dure nadelen. Dus ze slokken veel elektriciteit op – en het is duur. “Als een apparaat bijvoorbeeld drie uur per dag met 1000 watt opwarmt, kost het binnen een half jaar zo’n 150 euro”, berekent de “Stiftung Warentest”. Het portaal “Energieheld” berekent dat het verwarmen van een kamer van 25 vierkante meter gedurende 1440 uur per jaar op 180 dagen tussen de 650 en 1100 euro aan elektriciteit kost.
Nadelen van infraroodverwarming
Deze prijsverschillen wijzen op het tweede nadeel van infraroodverwarming: zonder isolatie wordt het al snel erg duur. Vooral in oude gebouwen verdwijnt een deel van de warmte. Om hier voor behaaglijke warmte te zorgen, moet er veel stroom worden verbruikt. “Met een ongeïsoleerd oud gebouw kun je rekenen zoals je wilt: infraroodverwarming zal nooit een afdoende vervanging zijn voor centrale verwarming met olie, gas of pellets”, meent “Energieheld”. Volgens het Federaal Bureau voor de Statistiek kostte elektriciteit in de eerste helft van 2021 ongeveer 32,62 cent per kilowattuur. In deze periode kost gas gemiddeld 6,41 cent per kilowattuur, oftewel minder dan een vijfde van de prijs van elektriciteit. Ook het hogere rendement van infrarood verwarming ten opzichte van conventionele stralers helpt niet.
Kritiek op de infraroodkritiek
De infraroodindustrie wil dit echter niet accepteren. Ze wijzen erop dat normale verwarming niet moet worden vergeleken met stralingswarmte. Bovendien kloppen de berekeningen niet. In het model zou voor de ruimte van 25 vierkante meter maximaal 680 euro worden betaald, stelt Henning Schröder, directeur van “Imowell”, een bedrijf dat onder meer elektrisch bediende kachels verkoopt. En voegt eraan toe dat deze berekening geldt voor bijzonder slecht geïsoleerde oude gebouwen.